Waar is mijn ziel?
Snel kachelt het egeltje naar de overkant van het gazon, waar twee andere egeltjes zich koesteren in de zon. “Heeft één van jullie mijn ziel gezien?”, vraagt hij hen zonder introductie en reserve. De twee egeltjes verstillen en hun bekjes vallen open. “Maar”, stottert het ene egeltje, “wat is dat, jouw ziel?”. “Ja”, antwoordt ons egeltje, “Dat kan ik alleen summier uitleggen nu, want ik geloof dat mijn ziel heel ver weg is nu, zo voelt het”. “Maar het betekent”, zo vervolgde hij, “dat een witte bol energie die altijd bij me was, van me losgeraakt is”. De beide egeltjes weten van niks en babbelen rustig verder met elkaar. Maar voor ons egeltje is het een urgent probleem. Hij trappelt verder door de avondkoelte, maar kan er niet van genieten totdat hij zijn ziel teruggevonden heeft. Opeens passeert hij de breedbekkikker die gebiologeerd naar de lucht tuurt zonder enig geluid. “Waar kijk je naar?”, vraagt het egeltje. “Ik zie een witte zweem hangen boven in de lucht”. Het egeltje kijkt ook omhoog en hij zegt: “Verrek, misschien is het wel mijn ziel”. Hij verzinkt in een diep gebed tot het opperwezen en vraagt of deze zijn ziel weer wil koppelen aan zijn egellichaam. En zo geschiedde.
Sara Smeets
Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…