Stratego

24 sep, 2018 | Overig, Theo Kleeven

Stratego is een heel oud en boeiend spel, dat doordrenkt is van de krijgskunde. Zoals de naam zelf al zegt, is het een spel, waarin strategie moet worden bepaald. Een soort veldtocht, een oprukken door het veld, voorzien van allerlei obstakels van de tegenstander, een veroveringstocht, waarin stukken moeten worden geslagen en een pad wordt gebaand naar het einddoel.

Het einddoel is het veroveren van het vaandel van de tegenstander. Het vaandel is de trofee. Door de tegenstander wordt dit vaandel daarom ook veilig afgeschermd, meestal met bommen.

De geleding van het spel ligt in de lijnen van de strategie. Er zijn  twee kleuren: Rood en blauw. Het spel wordt door twee personen gespeeld. Ze zijn elkaars tegenstanders.

Het spel telt veertig stukken. Het pronkstuk is het vaandel, dat door de tegenstander moet worden veroverd. De speler, die als eerste het vaandel van de tegenstander verovert, is de winnaar. De meeste andere stukken zijn officiersrangen, variërend van het hoogste tot het laagste niveau. Daarnaast zijn er ook nog een spion en acht verkenners. De verkenners, de op een na laagsten in rang, dienen ervoor de opstelling (plaatsing) van de tegenstander te onderzoeken. De verkenners zijn natuurlijk belangrijk, want de speler, die deze mist, speelt in den blinde.
De spion is een zeer verraderlijk figuur, hoewel de laagste in rang. Hij kan als enige de maarschalk de baas. Omgekeerd kan de spion  ook door de maarschalk worden geslagen. De mineur kan als enige de bommen onschadelijk maken. Voor het leggen van een hinderlaag zijn er 6 bommen, waarop alles stukloopt. Behalve de mineur (mijngraver).

In een overzicht ziet het spel er alsvolgt uit. Het heeft een hiërarchische opbouw van boven naar beneden.

  • Het vaandel
  • De veldmaarschalk
  • De generaal
  • Twee kolonels
  • Drie majoors
  • Vier kapiteins
  • Vier luitenants
  • Vier sergeants
  • Vijf mineurs
  • Acht verkenners
  • Een spion
  • Zes bommen

De rol van de verkenners, de spion de mineurs en de bommen zijn hiervoor reeds aangeduid. De overige stukken zijn de genoemde officiersrangen, waarbij de lagere altijd voor de hogere moet wijken. Dit betekent, dat, wanneer hij wordt aangetikt door een hogere rang, hij van het veld moet worden genomen. De mineur valt voor   –  de sergeant, de sergeant valt voor de luitenant enz. De speler, die zijn hogere officieren – echter inclusief de mineurs – het langste behoudt, maakt natuurlijk de meeste kans op de overwinning.

Het stratego is zeker geen geluksspel. Het is – net zoals dammen en schaken – een denkspel. Het bestaat uit aftasten en vooruitdenken. De moeilijkheidsgraad zit tussen dammen en schaken in.

Het vergt een flinke oefening het spel goed te leren spelen. Oefening baart kunst en wie het vaak speelt, zal het een boeiend spel gaan vinden. Hiervan getuigt ook mijn eigen ervaring.
In mijn jeugdjaren heb ik het veel gespeeld, echter met ups en downs.

Theo Kleeven

Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…