Opleggen

1 feb, 2016 | Humor, Wim

Ik ben oplegger. ‘k Had zo graag van alles willen worden. Meester voor een klas, voorganger in een eredienst, pedagoog, psycholoog, filosoof, schrijver van grote teksten, dokter, taxi- en buschauffeur, treinmachinist, schilder, musicus en het houdt nog niet op. Maar ik ben oplegger. En niets is mooier dan oplegger te zijn. Een die niet hoeft bij te leren tenminste. Om het te leren is niks. Je zou het niet moeten leren. Nooit. Je zou het nooit willen leren als je niet wist hoe het was het te zijn. Nooit, uit jezelf. Het was dan ook noodzaak. Ik had al zo vaak, o zo vaak iets proberen te worden wat ik niet kon worden of wat ik, als ik het eenmaal was niet wilde blijven, dat ik in een soort vacuüm kon-me-niet-schelen-wat wilde worden. Als ik maar iets was. Toen vroeg iemand me of ik het wilde worden, oplegger. Als ik ja zei, kon ik meteen beginnen. Er zat een cursus aan vast, maar een interne cursus en die duurde kort. Ik zei blind ja. De leertijd – ik weet het nog goed, twee uur op, een kwartier af en weer twee uur op – ik vervloekte de cursus, het vak en de instructeur. Ik verlangde alleen maar naar mijn soep, toetje en borrel en als ik in bed schoof kon ik niet genieten van lekker in slaap mogen vallen, nee de les begon alweer. In de nacht zag ik al zo vaak het gezicht van de instructeur, zijn strenge mond, zijn mouwen waar die strakke vingers uitkwamen die voordeden en meededen tot ik het een keer goed deed. Dan, tot het kwartier kwam – ik zag aan zijn gezicht dat hij alweer aan ná het kwartier dacht, om me weer iets bij te leren. Ik wist toen nog niet dat ik het ooit ‘het opleggerschap’ zou noemen, uit pure blijheid. Eigenlijk om te roepen: ‘Word het ook!’ Want het beste van de wereld kun je oplegger zijn, als je maar perfect kunt opleggen en vier keer twee uur per dag, met dat kwartier, zonder foutje en zonder instructeur. Dan ben je de gelukkigste van de wereld. Kun je nagaan: je legt vanzelf op, en onderwijl denk je aan alles, je bent alles, alles wat je ooit bent geweest én alles wat je nooit hebt kunnen worden. Er zijn filosofieën uitgekomen, gedichten, krachtige schilderingen, tochten te wild bijna om te doorstaan, droomreizen, muziekstukken die direct werden uitgevoerd door musici die anders nooit voor me klaar hadden gestaan. Zal ik een gedicht opzeggen, één maar? Alleen het begin. Het gaat erover, het is een ode.

Floem

zoemm mm

put put-put

pw pw

poew poew

ch tk ch tk

ketoek-ketoek

mk

Floem

zoemm mm

put put-put

pw pw

poew poew

ch tk ch tk

ketoek-ketoek

mk

Op snelheid gebracht duurt het twee uur.

 

Wim

Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…