Kabouter Ted

19 sep, 2016 | Marc

Kabouter Ted had lekker gedoucht, ontbeten en een kopje zwarte boskoffie op. Daar genoot hij altijd zo van. Het hele ochtendritueel, met als einde dat hete drankje, pittig met een nootachtige smaak. Hij scheerde zich ook altijd onder de douche, met honingzeep. Ted pakte zijn spullen bij elkaar, en ging naar de badkamer. Hé, zijn elektrische tandenborstel deed het niet. Dan maar met zijn gewone borsteltje. Hij ging toch naar het dorp. Klus zou hem wel repareren. Eenmaal buiten was zijn fiets gejat.

 

“Wat een hufter!” riep hij.

“Wat zeg je, jongeman!?” zei de gereformeerde uil.

“Wat een hufter! Mijn fiets is gejat!” riep Ted, die niet gesteld was op het wijzend vingertje van uil, demonstratief.

“Je wilt naar het dorp hè?” zei de licht helderziende uil. “Ik breng je wel.”

“Graag.” zei Ted. En pakte nog een lijmpot voor Klus, en zijn tandenborstel. Eenmaal bij Klus, klaarde zijn humeur al op. Zijn tandenborstel was al gerepareerd, zelfs verbeterd door de slimme Klus. Ze luisterden samen naar “De schrijfgroep en de grote illusie”. Dat was het favoriete luisterboek van beiden. Het was een hele serie. Ze waren al bij de derde grammofoonplaat, de tweede kant. Tegen de tijd dat ze bij hoofdstuk elf waren, het laatste, zou Klus wel weer een nieuwe serie hebben gevonden om samen naar te luisteren.

Marc

Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…