Het sprookje
Het sprookje bestaat al gedurende de gehele geschiedenis van de mensheid vanaf de oertijd tot op het heden. Er bestaan enkele synoniemen, afhankelijk van de verschillende vormen van verschijning:
- De fabel
- De parabel
- De mythe
- De sage
- De legende
- Het verdichtsel
- De leugen
Al deze vormen vallen op, doordat er boeiende gebeurtenissen in plaatshebben en er velerlei vaak fictieve figuren in voorkomen: Goden, helden, kabouters, heksen, feeën, reuzen enz. Ook komen er velerlei dieren in voor, zoals wolven, vossen, beren, schapen, geiten, hazen, konijnen, egels, ratten, muizen. Verder natuurlijk ook vogels.
Daarbij hoort natuurlijk ook het sprookjesbos, waarin de bomen en planten vaak handelingen verrichten.
De sprookjes vormen een weerspiegeling van de fantasie van de mens, waarin de hierboven genoemde personen en dieren handelend optreden, een verhaal maken (uiteraard niet waar gebeurd) en waarbij de mens zich als het ware met hen identificeert.
In de literatuur zijn de sprookjes daarom altijd goed vertegenwoordigd. Er zijn vele schrijvers van sprookjes geweest en er zijn ook vele sprookjes in de vorm van verhalenbundels gepubliceerd.
Enkele bekende namen (korte selectie) van schrijvers:
Frankrijk: Charles Perrault (1628 – 1703). Schrijver van:
Assepoester.
Blauwbaard.
De schone slaapster in het bos.
De Gelaarsde Kat.
Klein Duimpje.
Roodkapje.
Duitsland: De Gebroeders Grimm
Jacob (1785 – 1863).
Betekenis: Lexicografie: Kennis van mythologie en sprookjes.
Wilhelm (1786 – 1859).
Betekenis: “Kinder- und Hausmärchen.”
V.a. 1852: “Deutsches Wörterbuch” (voltooid in 1961).
Denemarken: Hans Christian Andersen (1805 – 1875). Auteur van autobiografieën. Voorbeeld:
“Het lelijke eendje”
“Een lelijk eendje wordt een mooie zwaan.”
Symbolische betekenis: “Een zwakkeling wordt een beroemd schrijver.”
1855: Belangrijkste publicatie: “Mit livs eventyr.” (“ Het sprookje van mijn leven.”).
Zijn beroemdste sprookjes:
De Prinses van de Erwt.
De Nieuwe Kleren van de Keizer.
De Chinese Nachtegaal.
Het Lelijke Eendje.
De Kleine Zeemeermin.
De Rode Schoentjes.
Het Meisje met de Zwavelstokjes.
De Standvastige Tinnen Soldaat.
De Sneeuwkoningin.
De Wilde Zwanen.
De Tondeldoos.
Klaas Vaak.
De Mestkever.
In de boekenwereld van het verleden en het heden vormen de sprookjes een onmisbaar element, niet alleen voor de jeugd maar ook voor de volwassenen.
Het sprookje beperkt zich heus niet alleen tot “niet waar verhaal”, maar komt ook terug in de levenswijsheid, verschijnend in allerlei spreekwoorden en uitdrukkingen.
Voorbeeld: “Dat is een sprookje van Moeder de Gans”. Dit betekent: “Iets wat niet waar is.”
Ook heden ten dage zijn de sprookjes en het sprookjesbos nog een belangrijke vorm van recreatie.
Een bekend voorbeeld: “De Efteling.”
Theo Kleeven
Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…