Haast

17 okt, 2016 | Humor, Ikje, Jasper

Goed ik geef het direct maar toe; ik heb moeite om in deze overvolle maatschappij te werken. En ik heb een autoriteitsprobleem. Daarom heb ik besloten vandaag eens goed na te denken over wat ik wil met mijn leven. “Maar goed,” zegt mijn hoofd; “begin eens lekker rustig om mij leeg te maken met een rondje hardlopen.” Dapper stap ik om 7 uur uit bed, om om acht uur fris de deur uit te gaan. Een jongen loopt me bijna omver met zijn aktetas. “Kijk uit man!” roept hij. Ik zie hem me aankijken met een blik van jaloezie en afgunst: “Hij gaat lekker wandelen terwijl ik facturen moet schrijven voor mijn baas, die altijd zo boos kijkt nadat ik in mijn lunchpauze drie broodjes frikandel naar binnen werk bij die lekkere Thaise snackbar hier om de hoek.” Net als hij te ver is om het te horen knor ik hem even na als een varkentje.
Bij het stoplicht razen de scholieren voorbij; de één met een croissantje, een ander met een redbull in zijn hand. Als het groen is doe ik mijn sjaaltje goed en begin te lopen. Ik begin maar met een rustig tempo en zet de app aan op mijn telefoon. Ik wil het helemaal halen en denk aan al mijn volgers op facebook: die moet ik toch laten zien dat het een beetje op schiet met mij.
Na een heuvel kom ik aan in het bos: “Hehe denk ik; rust.” Maar dat heb ik mis. Het is een chique buurt en aannemers en andere verkopers rijden hier af en aan. Een busje met een dikke man erin rijdt me tegemoet. Ik doe mijn armen wijd zodat hij kan zien dat ik er loop. Hij geeft gas bij en ik hoor hem bijna zeggen; “Haha, wat een grappig knulletje die kan ik wel gebruiken als verkeersleider.” Ik kom bij de top van de berg aan en denk: “Kom op, volhouden, denk aan je volgers.” Een man laat een hondje uit. Ik zie hem het beestje voorttrekken, net alsof het zijn vrouw is waar hij waarschijnlijk van gescheiden is. Hij fluistert lieve woordjes naar het beestje maar rukt vervolgens te hard aan het riempje waardoor het beestje nauwelijks lucht krijgt.” Ik fluit de vogel na waarvan er eens veel meer waren in dit mooie bos. De man kijkt me aan met een blik zo van die jongen die is niet helemaal honderd procent.
Van nu af aan is het gelukkig alleen nog heuvel af, denk ik. Ik krijg wat last van mijn keel. Ik hoop toch echt niet dat het van al die uitlaatgassen is, denk ik bij mezelf. Ik denk aan mijn volgers en zeg tegen mezelf kom op nog maar heel even. Dan rijdt er een auto me tegemoet. Ik zwaai geïrriteerd dat hij aan de kant moet. Toeterend en zwaaiend zit het echtpaar in de auto. Met hun duimen omhoog en met een grote boog rijden ze om me heen. Ik zak in elkaar van geluk en vermoeidheid.  “De rest kan me gestolen worden” denk ik. En in een rustig tempo wandel ik het laatste stukje naar huis in de zon met de vogels die boven me fluiten, klaar voor een nieuwe dag.

 

Jasper

Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…