De parka jas
Daar lig je dan, als groene parka jas van een zesjarig meisje met de naam Ilse op een kachel. Te drogen in een restaurant want er valt sneeuw buiten. Ilse haar rode vest, sjaal en muts liggen op de kachel naast je. Ilse, haar vader, moeder en kleine zusje hebben het gezellig en eten een broodje met wat drinken erbij. Het is een lange reis terug naar huis na hun vakantie. Als jas zijnde ben je een levenloos voorwerp want je hebt nooit geleefd zoals een mens. Bedoeld maar voor een paar dingen, dat is een kindje beschermen tegen het weer en warm houden. Al is het nu saai als jas zijnde je bent het wel gewend.
Een tijd gaat voorbij en je buitenkant is nu droog en warm. Ilse en haar zusje zijn aan het spelen in een indoorspeeltuintje. Hun moeder staat erbij en maakt foto’s en hun vader zit aan de tafel aan zijn telefoon. Maar dan opeens word je gepakt en het is niet Ilse, ook een van haar ouders niet, het vest, de sjaal en de muts vallen op de grond. Het is een vreemd meisje dat met haar moeder, vader, broertje en zusje aan het tafeltje achter Ilse zat. Ze kijkt dan naar het vest, de sjaal en de muts. Alles pakt het meisje en met een afvragend gezicht bekijkt ze alles. Als haar naam wordt geroepen rent ze snel naar haar ouders. Het meisje doet de sjaal en de muts onderin een wandelwagen, trekt het vest van Ilse aan en daarna jou als jas zijnde. Alles zit ruim want het meisje is duidelijk kleiner dan Ilse. Het meisje frommelt om alles goed aan te krijgen en dan doet ze de rits dicht. Het meisje lijkt niet te merken dat ze jou aanheeft en loopt met haar ouders en jongere broertje in de wandelwagen richting de uitgang. Buiten doet het meisje je jascapuchon op want er valt nog sneeuw. Ondanks dat je van Ilse bent weet je dat je maar voor een paar dingen bedoeld bent. Dat is een kindje beschermen tegen het weer en warm houden, welk kindje dit ook is. Buiten maakt de natte sneeuw je weer nat en aan de binnenkant is het warm. Als het meisje haar handen in je jaszakken steekt voelt ze iets. Het zijn rommeltjes van Ilse. Drie roze hartjes, snoeppapiertjes en een briefje van school dat ze nooit aan haar moeder heeft gegeven. Het meisje kijkt verbaasd en merkt dan pas dat je niet haar jas bent en ook te groot bent, haar handen verdwijnen bijna in je mouwen. Met grote ogen bekijkt het meisje je en ze trekt een afvragend gezicht; wat moet ze nu. Vreemd genoeg zegt het meisje niets tegen haar ouders en ze doet haar handen terug in je zakken.
Je wacht als groene parka jas op een stoelzitting in een restaurant. Het meisje waarvan je bent, heb je hier neergelegd. Wachten en wachten zoals het hangen op een kapstok. Ach, het is je leven als jas zijnde en levenloos voorwerp. Dan word je gepakt maar het is niet door het meisje waarvan je bent. Een vreemd meisje staat je aan te kijken en te bekijken. Ze heeft een afvragend gezicht en kijkt dan naar haar moeder. Die pakt jou dan en je wordt door haar bekeken. Het meisje en de moeder kijken rond en zullen vast zoeken naar de jas van het meisje. Maar die is al mee met het meisje. Buiten valt er natte sneeuw en is het koud! De moeder praat met de man en laat ook jou zien aan hem. Erna wordt je gegeven aan het meisje en ze is Ilse, ze is verdrietig en wil jou niet aan. Maar haar moeder houdt vol en Ilse trekt je aan, dan merken ze dat je te klein bent voor haar. Arme Ilse huilt en wil je weer uittrekken maar haar moeder houdt weer vol en nadat je rits is dicht gedaan gaat ze mee met haar ouders en broertje.
Zittend in de auto heeft het meisje je rits open gedaan, ze zucht en bekijkt je. Ook ruikt ze aan je mouw, vreemd kind. Haar ouders hebben niets in de gaten dat is duidelijk maar het meisje weet het. Thuis trekt ze je uit en je wordt aan een kapstok gehangen. Vier dagen later gebruikt het meisje jou nog als haar jas en hebben haar ouders nog steeds niets in de gaten. Ilse haar sjaal en muts liggen in de gevonden voorwerpen bak van haar school. Haar moeder dacht aan een gewone verwisseling op school met een ander meisje. De drie hartjes heeft het meisje nog in je jaszak maar de rest heeft ze weggegooid. Nu ben je haar jas en als de tijd verstrijkt vervagen de geuren van Ilse. De geuren van dit meisje en het huis waarin je bent trekken in je en ook de inkt van de stift waarmee de naam van meisje in je is geschreven, Marloes.
Thuis aangekomen trekt Ilse je snel uit en wordt je op een eettafelstoel gegooid. In de avond als Ilse slaapt bespreken de moeder en vader over wat er gebeurde in het restaurant. Een week gaat voorbij en omdat niemand reageert op de geplaatste oproep bij het restaurant van Ilse haar moeder krijgt Ilse een nieuwe winterjas. Omdat je nog niet duidelijk versleten bent wordt je gegeven aan een nichtje van Ilse na een wasbeurt. Ook haar naam wordt er in gezet, Lieke.
Dit was het verhaal van twee groene parka jassen die op die dag verwisseld werden. Alleen maar omdat Marloes, Ilse haar jas zag en niet haar eigen jas. Die lag op de zitting van de stoel, aangeschoven onder de tafel. Naast dat beide parka jassen groen waren, hadden beide jassen teddyvoering in de capuchon. Ilse haar jas had teddyvoering maar die van Marloes een badstoffen binnenkant. Op de parka jas van Marloes zat vooraan linksboven een bloemetje geborduurd en bij Ilse geen. Het meisje vertelde niets aan haar ouders omdat ze haar moeder niet boos wilde maken. Want Marloes verloor haar jas vaak of treuzelde vaak.
Emelie
Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…