De kinderwagen

Met vlinders in mijn buik werd ik wakker. Als vanzelf draaide ik me op mijn zij om eens lekker tegen Marc aan te gaan liggen. Verbaasd keek ik naar de lege plek in bed. Nog versuft van de slaap rolde ik weer terug op mijn rug, vooralsnog geen verklaring zoekend voor het feit dat Marc niet in bed lag.
Flarden van beelden en gebeurtenissen schoten langs de binnenkant van mijn ogen, te vaag om een blijvende indruk achter te laten. Ik kreeg het warm, erg warm. Ik wist dat de redding nabij was, zoals altijd. Ongeduldig wachtte ik op een teken, een signaal. Toen schoot ik rechtop wakker in bed. Het signaal was niet gekomen en boos keek ik naar de wekker. Mijn boosheid maakte plaats voor verwarring. Het was elf uur en dat verklaarde dat Marc er niet was, die was op zijn werk. Maar er was nog iets.
Weer dat gevoel dat ik vlinders in mijn buik had. Maar ik was niet verliefd, of het moest op Marc zijn. Fluitend doorliep ik mijn ochtendritueel. Als vanzelf nam ik daar uitgebreid de tijd voor, alsof het een speciale gelegenheid was. Uitslapen tot elf uur had ook al zo als een luxe gevoeld. Na het ontbijt zette ik koffie en stak ik een peuk op, die ontzettend lekker smaakte. Ik voelde me er ook helemaal niet schuldig bij, wat me verbaasde. Waarom rookte ik eigenlijk niet vaker binnen, bedacht ik me terwijl ik naar de eenzame asbak op het dakterras staarde.
En toen was het tijd om te shoppen, om mezelf eens lekker te verwennen met allerlei overbodige luxe. Ik pakte de leren etui met bankpassen en koos de creditcard van onze gemeenschappelijke rekening. Als gedragen door vleugels liep ik het kleine stukje naar de stad toe, de ene peuk na de andere rokend. Toen ik langs de C-1000 liep, was het pakje leeg en ik gooide het in een afvalbak. Ik liep de winkel in en kocht bij de sigarettencorner een nieuw pakje. Terwijl ik afrekende viel mijn oog op het bord ‘kleine advertenties’. Automatisch pakte ik de Marlboro’s en ik wilde ze in de binnenzak van mijn jas steken. Mijn vingers vonden weerstand in de vorm van een rechthoekig kartonnen papiertje. Terwijl ik mijn wenkbrauwen optrok, keek ik wat er op stond. Vluchtig las ik de tekst. Vooral de woorden ‘kinderwagen’ en ‘voor één kind gebruikt’ vielen me op.
En toen, koortsachtig zoekend naar de oorzaak van mijn geheugenverlies van deze morgen, herinnerde ik me de dag van gisteren. Marc die thuis kwam met champagne, het lege kinderzitje in zijn auto. Gisteren hadden we Sanne verkocht via Marktplaats.
Jeroen van Werkhoven
Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…