De droom

21 aug, 2017 | Bob, Marc, Sara Smeets, Snelschrijven, Wim

Die ochtend was ik al om zes uur, kwart over zes wakker. Toen ik in pyjama de koffiezetter aanzette, was het in ieder geval half zeven. Ik had een onbestemde droom gehad. Ik herinnerde me er alleen maar het einde van. Dat ik uitgleed, geen geluid uit mijn keel kreeg en mijn armen niet voelde. En ik zag ook niemand, en ik viel.

Ik bevond mij op een gletcher hoog in de Oostenrijkse bergen, dat was het wat me bijbleef. Gelukkig was ik nu wakker en poes Snippie kwam snorrend bij me zitten. Ik pakte mijn dromenboekje en noteerde het beeld van mijn droom zoals ik iedere ochtend trouw deed.

De droom opschrijven is één. De droom duiden is twee. Daarvoor las ik de aantekening van mijn droom een paar keer door. Ik keek naar de raakvlakken die de verschillende onderdelen van de droom hadden en wat de relatie was met mijn leven. Raar vond ik dat ik op een gletcher stond  hoog in de bergen terwijl ik in werkelijkheid last heb van hoogtevrees.

Als ik nog eens de hoogte in moet, of ergens blijf hangen zoals van de week die mensen ergens, dan zal ik die droom voor ogen houden en rondkijken hoe het er is, in plaats van de diepte inkijken. Dat zou wel eens kunnen helpen! Misschien zijn dromen er ook wel om je een andere weg te wijzen. Ze zeggen toch dat je zonder te dromen zwaarder in het leven komt te staan…

 

 

Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…