Algebra
Algebra was voor mij op de middelbare school in het begin “abacadabra”. Soms snapte ik er niets van. Al die letters en die tekens. De eerste twee jaren gingen nog wel. Op de derde klas een inzinking. Op de vierde klas ging het weer wat beter. Natuurlijk werd ik een alfa. Nog een beetje wiskunde. Matige resultaten , maar op het eindexamen toch nog een 7.
Bij het maken van het huiswerk had ik vaak een depressie. Tot huilens toe. Ik vervloekte die tak van wiskunde. Degenen, die dat hebben uitgevonden waren natuurlijk bollebozen. Maar met hen spotten was uit den boze.
Sommigen voelen zich met deze tak van wetenschap de koning te rijk. Dat zijn de scherpe geesten. De bollebozen in de exacte vakken. Ze werken ermee alsof het water is. Ze slingeren sommen, wetten en formules op het bord, die de gewone mens doen duizelen. Ze voelen zich de koning te rijk. Voor hen is het een zacht eitje. Je kunt ook zeggen een peulenschilletje. Ze werken en toveren ermee alsof het de gewoonste zaak van de wereld is
Bij het onderwijs op de middelbare scholen, de HBO’s en de universiteiten komt de nadruk steeds meer te liggen op de B-wetenschappen.
Als je over deze ontwikkeling nadenkt, dan zul je gaan denken: Wat voor mentaliteit heerst er toch in onze maatschappij? De verschuiving naar het exacte is echter de keiharde realiteit. Dit wordt mede veroorzaakt door de verschuiving van het analoge naar het digitale tijdperk.
Theo Kleeven
Uw commentaar verschijnt niet automatisch, maar wordt beoordeeld door de redactie…